Strafzaak Herman Gooding heropend, geen verjaring op moord in gewijzigde wetboek van Strafrecht
Volgens korpschef Bryan Isaacs heeft het strafrechtelijk onderzoek naar de moord op politie-inspecteur Herman Gooding twee keer schipbreuk geleden. In 1990 werd kort na zijn dood een onderzoek gestart en in 2003 volgde een heropening, maar zonder resultaat. “Drie maal is scheepsrecht,” zei Isaacs. Een jaar geleden is het onderzoek opnieuw opgepakt, met als doel de verantwoordelijken alsnog te berechten.
President Santokhi benadrukte dat het Wetboek van Strafrecht inmiddels is aangepast, waardoor moorden niet meer kunnen verjaren. Hij wees erop dat de moord op Gooding niet los te zien is van de gebeurtenissen van 25 februari 1980, toen een militaire coup plaatsvond en het hoofdbureau van politie in brand werd gestoken. “Het gezag van de politie werd ondermijnd en daarmee ook de rechtsstaat. Militairen liepen met wapens, terwijl de politie ongewapend naast hen moest opereren,” aldus het staatshoofd.
- KPS 3
KPS 3
Het politiebureau Nieuwe Haven is vandaag officieel vernoemd naar wijlen inspecteur van politie 1e klasse Herman Gooding. Op deze dag zou hij 82 jaar zijn geworden. Gooding werd 35 jaar geleden, op 47-jarige leeftijd, doodgeschoten. Hij was destijds als rechercheur verbonden aan dit bureau.
Onderzoek
Tijdens zijn toespraak benadrukte president Chan Santokhi dat Gooding belast was met twee belangrijke onderzoeken op het moment van zijn moord: de slachting van Moiwana en de vondst van een lading cocaïne in Moengo.
Op de dag van zijn dood was Gooding naar de Militaire Politie gegaan om de vrijlating van twee aangehouden politiemannen te bewerkstelligen. Ondanks zijn bemiddeling bleven de agenten vastzitten. Bij zijn vertrek werd hij opgewacht door zwaarbewapende mannen, die het vuur op hem openden.
Melinda Nijbroek-Gooding, de dochter van de vermoorde inspecteur, vertelde dat haar moeder en haar toen 17-jarige broer hem vonden bij het Onafhankelijkheidsplein. “Hij lag daar met een losgeslagen hoofd,” zei ze. “Mijn vader zou geen zaak onopgelost laten. Vandaar deze laffe moord. Het onderzoek moet doorgaan, de daders moeten worden opgespoord en vervolgd.”