Minister Riad Nurmohamed: “Mi no e strafu a volk, ik ben machteloos”
Minister, Riad Nurmohamed, van Openbare Werken ontvangt veel kritiek vanuit de samenleving.
De Van ’t Hogerhuysstraat is al jarenlang een doorn in het oog van duizenden weggebruikers. Deze belangrijke verbindingsweg in Paramaribo lijkt op een terrein na een bombardement. De kuilen zijn zo diep dat men zich afvraagt of we nog in een hoofdstad wonen, of in een vergeten district.
De situatie is schrijnend en al jaren bekend. Wie er dagelijks rijdt, weet dat dit geen nieuw probleem is. Voor de verkiezingen was de toestand al onhoudbaar. Terwijl zandwegen in boiti’s wél werden voorzien van een dun laagje asfalt—puur om stemmen te winnen—blijft de Van ’t Hogerhuysstraat een ramp.
Waarom? Is dit een ‘NDP-straat’ en wordt ze daarom genegeerd? Of is het pure minachting van minister Nurmohamed jegens burgers die al lang klaar zijn met loze beloftes?
Het is bekend dat minister Riad Nurmohamed regelmatig het nieuws haalt. Niet vanwege indrukwekkende prestaties, maar vanwege controversiële uitspraken, vertraagde projecten en schimmige onderhandse gunningen. Hij beweert telkens weer dat hij “zijn werk naar eer en geweten” doet. Maar wie goed kijkt, ziet dat dat ‘geweten’ opvallend vaak beïnvloedbaar lijkt.
Dubieuze gunningen en rechtszaken
Er zijn aannemers die de minister voor het gerecht hebben gesleept. Waarom? Omdat aanbestedingen zonder transparantie verlopen, projecten maandenlang stilliggen en onderhandse deals eerder regel dan uitzondering zijn geworden.
De man mag dan cum laude zijn afgestudeerd en de titel van doctor voeren, maar zijn communicatie en beleid maken hem eerder tot een karikatuur dan een capabele bestuurder. De Surinaamse uitspraak “Skoro no ey poer dong” (diploma’s zonder inhoud) lijkt hier pijnlijk van toepassing.
Enkele recente schandalen:
De ITLCS-wegprojecten (waaronder de Van ’t Hogerhuysstraat) moesten worden heraanbesteed wegens integriteitsproblemen. Aangifte wegens corruptie bij woningbouwprojecten, met miljoenenverlies tot gevolg. Een verloren rechtszaak tegen Starnieuws, dat zijn beleid kritisch onder de loep nam.
Intussen lijdt het volk
Weggebruikers zien dagelijks hun auto’s beschadigd raken: velgen breken, schokdempers begeven het, bumpers slepen over de grond. Er zijn meldingen dat politie-rekruten worden ingezet om het verkeer te waarschuwen voor kuilen. Het zou lachwekkend zijn als het niet zo tragisch was.
Moet het volk blijven lijden onder dit beleid? Moeten burgers dagelijks schade ondervinden, tijd verliezen en frustratie slikken, terwijl een minister vol arrogantie roept dat “hij het goed bedoelt”?
Hij weet zelf hoe beschamend hij is geweest
Wat zegt het eigenlijk dat minister Riad Nurmohamed zich bij de komende verkiezingen níét verkiesbaar heeft gesteld? Dat zegt alles. Wie overtuigd is van zijn daden, stapt met opgeheven hoofd het politieke strijdtoneel weer op.
Maar Nurmohamed? Die duikt weg. Omdat hij weet hoe beschamend zijn beleid is geweest. Hij weet dat het volk hem niet meer serieus neemt. Zijn “eer en geweten”-praatjes werken niet meer. Hij kiest eieren voor zijn geld—of beter gezegd: hij vlucht voor verantwoordelijkheid, nadat hij Suriname letterlijk in de kuil heeft achtergelaten. Een slap aftreden van een man zonder ruggengraat.
Genoeg is genoeg
De Van ’t Hogerhuysstraat is inmiddels een zaak voor de rechter geworden. Burgers zouden massaal een rechtszaak moeten aanspannen tegen de Staat en tegen Nurmohamed wegens structurele nalatigheid en economische schade. Dit is geen politieke aanval, dit is een burgerlijke noodkreet.
Als minister Nurmohamed zich werkelijk verantwoordelijk voelt, dan repareert hij deze straat morgen nog. Niet met een dun laagje asfalt dat binnen twee weken wegspoelt, maar met een degelijke oplossing.
—Openbrief van Richard Rostamkhan