INGEZONDEN: Sructurele achterstelling van het Saramaccaanse volk
Diep in het binnenland van Suriname, langs de rivieren en verscholen in het dichtbegroeide regenwoud, leeft een trotse maar vergeten gemeenschap: de Saramaccaners.
Er voltrekt zich een stille, maar verwoestende crisis binnen de Afro-Surinaamse gemeenschap. Geen economische instorting of natuurramp, maar een morele en mentale erosie die steeds zichtbaarder wordt in het publieke domein — vooral tijdens verkiezingstijd.
Wat ooit een volk was dat met vuur streed voor vrijheid en waardigheid, lijkt nu steeds vaker te vervallen in opportunisme en klakkeloze volgzaamheid. Het publieke beeld wordt geschaad door het gedrag van enkele zichtbare figuren die zich zonder schaamte laten lenen voor partijpolitieke toneelstukken. Sommigen prijzen politieke leiders luidkeels op sociale media, verdedigen hun beleid met vurigheid — om vervolgens, zodra het hen beter uitkomt, zonder aarzeling over te stappen naar de tegenpartij.
Waarom geven mediakanalen juist deze mensen een platform? Omdat het spektakel verkoopt. Maar dat spektakel creëert ook een schadelijk beeld: het suggereert dat Afro-Surinamers goedkoop zijn, of erger nog — te koop. En zo’n beeld voedt vooroordelen, ondermijnt echte leiders, en belemmert jonge denkers binnen onze gemeenschap.
Opvallend is dat dit gedrag minder zichtbaar is bij andere bevolkingsgroepen in Suriname. Waarom lijkt daar meer collectieve discipline en strategisch bewustzijn te bestaan? De pijnlijke conclusie is dat wij als Afro-gemeenschap nog te vaak worstelen met middelmatigheid, afhankelijkheid en interne verdeeldheid.
Juist tijdens politieke campagnes wordt die pijnlijke realiteit zichtbaar. Maar laten we dit goed begrijpen: politiek is geen bedelwedstrijd. Propagandatijd is er niet om te pronken met wie het meest verkocht is aan een partij, maar om ideeën, visie en leiderschap te tonen. Als wij dat blijven vergeten, zijn we niet alleen slachtoffer van het systeem — we worden ook medeplichtig aan onze eigen achterstelling.
Het is tijd om op te staan. Tijd om weer trots te zijn op wie we zijn. Tijd om onze jongeren een voorbeeld te geven van waardigheid, kritische geest en ruggengraat. Trots is geen luxe. Trots is een plicht — naar onszelf en naar de generaties na ons.
De vraag die we ons moeten stellen is confronterend, maar noodzakelijk:
Mi blaka brada, mi blaka sisa — blijven we onszelf verkopen voor een fooi, of worden we eindelijk weer onbetaalbaar?
Ingezonden door: Kenrich Cairo
Redactienoot voor ingezonden stukken:
De redactie van De Snelle Pen biedt ruimte aan ingezonden stukken om diversiteit aan meningen en perspectieven te stimuleren. Ingezonden opinies vertegenwoordigen de visie van de auteur en niet noodzakelijk die van de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen te redigeren op taal, lengte en duidelijkheid, zonder de essentie van het betoog aan te passen. Anonieme inzendingen worden niet geplaatst. Bij voorkeur ontvangen wij stukken van maximaal 600 woorden.