Het Hof van Justitie heeft de vorderingen in hoger beroep afgewezen in de kortgedingzaken die de politieke partijen NDP, VLS, DNL en A20 hadden ingesteld tegen de Staat Suriname en verkiezingsorganen.
De Nationale Democratische Partij (NDP) en vier kandidaten hadden geëist dat zij weer op de kandidatenlijsten zouden worden geplaatst, nadat zij waren geschrapt wegens dubbele kandidaatstelling. Het Hof oordeelde echter dat zonder diepgaand onderzoek niet kan worden vastgesteld of sprake is van vervalsing en dat de wettelijke procedures correct zijn gevolgd.
De Volkspartij Leefbaar Suriname 2023 (VLS) had gevorderd alsnog hun kandidatenlijsten te mogen laten ondertekenen, nadat deze ongeldig waren verklaard. Hoewel het Hof vond dat de lijsten niet ongeldig verklaard hadden moeten worden, werd de vordering afgewezen om de verkiezingskalender niet in gevaar te brengen.
De Vereniging de Nieuwe Leeuw (DNL) voerde aan dat hun kandidatenlijst voor Nieuwe Grond wel was ingediend, wat door het Hof werd bevestigd. Toch werd ook hun vordering afgewezen om vertraging van het verkiezingsproces te voorkomen. Het eerdere vonnis in hun voordeel werd vernietigd.
De partij A20 stelde eveneens dat hun lijsten voor Groningen en Saramaccapolder ten onrechte ongeldig waren verklaard. Het Hof erkende dat de lijsten waren ingediend, maar wees ook hier de vordering af vanwege het belang van een ongestoorde voortgang van de verkiezingen0 stelde eveneens dat hun lijsten voor Groningen en Saramaccapolder ten onrechte ongeldig waren verklaard.